Gezichten die ik nooit zal vergeten
Vrijdagavond zat ik gezellig met mijn man op de bank, de kinderen sliepen eindelijk. Hij vertelde mij dat er asielzoekers vlakbij werden opgevangen en raadde mij aan een kijkje te nemen op de Facebookpagina van gemeente Brielle (niet ver van Hellevoetsluis). Ik dacht gelijk “Wat fijn, dan kunnen wij misschien ook wat doen.”
Wat mij wel heel erg verdrietig stemde waren de vijandelijke, hatelijke, zelfs agressieve en onmenselijke reacties op de pagina. Er werd bijvoorbeeld gevraagd of er misschien winterjassen over waren die men kon missen en die oproep werd beantwoord met onsmakelijke reacties als: “Laat ze lekker binnen blijven, dan hebben ze geen jas nodig!” (vader van twee) of nog erger: “Ik heb genoeg jassen over, maar ik verbrand ze liever!”(jonge meid) …
Het besluit was daarom makkelijk gemaakt. De volgende ochtend zouden wij onze kasten eens flink uitruimen, wat gevraagde praktische spullen inkopen en op bezoek gaan! Oma had ook wat kleding en wilde ook mee.
Zo gezegd zo gedaan, alles in de kofferbak, boodschapjes gedaan en oma opgehaald.
De gemeente van Brielle had dus gehoor gegeven aan een oproep voor het tijdelijk opnemen van asielzoekers. Het betrof een crisis-noodopvang van 72 uur voor een groep van 199 personen die voor driekwart uit gezinnen bestaat. Het ging om 146 volwassenen en 53 kinderen afkomstig uit verschillende landen, waaronder Syrië, Eritrea, Afghanistan, Kosovo en Irak.
Zij waren ondergebracht in Sportcomplex Dukdalf te Brielle. Het Rode Kruis, het Leger des Heils, de politie, een beveiligingsbedrijf, de gemeente Brielle en zeer veel vrijwilligers (ruim 170!) hebben zich in gezet om alles zo goed mogelijk te laten verlopen.
Chapeau, diepe buiging en respect voor alle betrokken weldoeners!
Mijn man, mijn rots in de branding die zich niet gauw gek laat maken, kreeg alleen al door één blik naar binnen waterige ogen. 199 mensen uit verschillende landen zo bij elkaar in een sporthal in een vreemd land met een onzekere toekomst. Ik kreeg zelf ook een brok in mijn keel en ik moest en zou wat tijd doorbrengen met deze mensen! Aandacht geven, een luisterend oor bieden en liefde geven!
Ik zou Zieneb niet heten als het mij niet was gelukt om wat tijd te krijgen met de kinderen en de dames! De kinderen werden naar een aangrenzend schoolpleintje begeleid. De fietsjes, skelters, stepjes en meer speelgoed werden uit de berging gehaald en wij konden los met deze jonge survivors… Wij hadden in tegenstelling tot de meeste vrijwilligers het voordeel dat wij de Arabische taal beheersen en maakten zo makkelijk contact.
Ik vroeg de twee oudste meisjes Zeyneb (12) en Mimar (12) mij te helpen met het uitdelen van snoepgoed en kleine presentjes. De meiden vervulden hun taak als grote zussen zeer serieus uit, prachtig om te zien. Ik krijg nu gewoon weer tranen in mijn ogen, zo diep hebben zij mij geraakt.
De kinderen begonnen zich om mij heen te verzamelen en wat hebben wij een lol gehad. We hebben lekker geschminkt (even wat anders dan professionele visagie) en door al dat geknuffel zat ik er zelf ook onder. Wat een humor en levensvreugde zit er in deze kleine vechters.
Voor dit alles hebben wij Amir, onze oudste zoon van 4, uitgelegd wie deze mensen zijn en waarom wij naar ze toe gingen. Hij heeft daarom ook zijn eigen reiskoffertje (ja, dit manneke heeft een eigen reistrolley) vol met kleding en spulletjes meegenomen om weg te geven. Verder heeft hij en zijn broertje Omar van bijna twee vooral gedaan wat kinderen van die leeftijd horen te doen: samen spelen.
Een jongetje, vermoedelijk uit Eritrea, was op een fiets gestapt om er vervolgens de hele dag niet meer vanaf te gaan… Een beetje in zich zelf en het moment koesterend van zo’n prachtige driewieler. De andere kindertjes spraken zijn taal niet, maar mijn zoontje Omar heeft toch even met hem staan ‘kletsen’…
Met sommige dames raakte ik in wat serieuzere gesprekken en zij vertelden mij over hun reis, hun ontberingen en het gemis van hun vrienden, familie en land. De blikken werden koud en ik raakte ze soms even kwijt in hun gedachten en pijn. Ik kon het ook niet drooghouden, maar ik drukte ze stevig tegen mij aan. Veel knuffelen, zoenen, de beste smeekbedes, mooiste wensen en snel van onderwerp veranderen!
Heel voorzichtig kwamen de ouders en andere ouderen er ook bij staan. Zij waardeerden ons gezelschap en die van alle vrijwilligers en betrokken organisatoren. Ik heb ontwikkelde mensen, rustige mensen en bedachtzame mensen gesproken. Mensen die er voor hebben gekozen hun heil elders te zoeken. Weg van al het geweld en waanzin.
Het afscheid was verschrikkelijk! De meiden die zich aan mij vast klampten en de meest innige knuffels gaven. De tranen en de gekrenkte blikken, vandaag moesten jullie al weer weg. Op naar een voor jou onbekende stad in een onbekend land… Voor hoe lang? Blijf je daar of ga je daarna weer elders heen?
Deze mensen hebben rust nodig, een vaste plek om bij te komen. Zij hebben een kans nodig om hun eigen leven op te bouwen, met de capaciteiten die zij reeds bezitten! Deze mensen zijn net als jij en ik, maar hebben de pech dat hun thuis daar is en in een periode dat men niet meer in vrijheid en veiligheid kan leven. Twee waarden die universeel zijn.
Wij hebben hier het geluk dat wij in dit tijdvak en in dit gebied een rustig en veilig leven leiden. Dit was niet altijd zo en dit zal helaas ook niet altijd blijven.
Help je medemens wanneer je in staat bent te helpen. Wees menslievend en vrijgevig, al geef je maar een glimlach…
Liefs,
2 comments to “Gezichten die ik nooit zal vergeten”
Toevallig had ik een soortgelijke ontmoeting met een Iraaks gezin (moeder met 4 kinderen) op t station in Turnhout. Deze mensen wisten niet dat de laatste bus terug naar hun azc om 20. 00 vertrok. Zij waren dus even helemaal lost. Spreken de taal niet, meeste belgen spreken slecht engels. Dus ik op mijn smartphone gezocht naar een oplossing. Bus naar tilburg en daar opgepikt door een oom. Ik gaf ze een kaartje voor de bus en een stujje chocolade. Ze waren al zo blij met het fiet dat ik voor hen de info opzocht. Buskaartje wilden ze eigenlijk niet aannemen. Uiteindelijk toch gedaan. Oudste zoon vroeg mij waarom ik hun hielp, ik zei: omdat ik mens ben. Bovendien ookmoslim en dus mijn plicht om ze te helpen. De jongen begon mij dingen te vertellen en te vragen. Hij vertelde over hun leven daar, en dat het onhoudbaar was. Het jongste kind is gehandicapt wat het nog moeilijker maakte. Toen ik hem voorzichtig vroeg waar zijn vader was zei hij, die is nog daar. Ik weet niet of hij nog leeft. Tis niet makkelijk, ik ben nu hoofd van t gezin. De moeder zei niet veel maar toen ik de chocolade gaf aan haar kinderen begon ze te huilen. Zonder geluid, maar de tranen rolden over haar wangen. De zoon zei, kijk de kleinste, je ziet wel dat er iets mis is met hem. Ik zei ja, dat had ik idd gezien (down syndroom). wij hebben hem Abdelaziz genoemt omdat hij het mooiste is wat ALLAH ons heeft geschonken. Hij kan niet praten, ook niet lopen ( hij is 3) maar hij kan heel mooi zingen. Spontaan begon de kleine te zingen en handkusjes naar me te werpen. Wat een rijkdom. Ik zal ze waarschijnlijk nooit meer zien, maar zal hun gezichten en namen nooit meer vergeten. Inchallah worden ze herenigd met hun vader.
Tranen schieten in mijn ogen… 🙁
Bedankt voor je ontroerende bijdrage Luciënne
Liefs,